10 Fotografietips
In een magazine is een goede balans tussen tekst en foto’s erg belangrijk. De één kan niet zonder de ander en vice versa. Foto’s kunnen de sfeer van het artikel versterken, maar ook de lezer uitnodigen het artikel te gaan lezen. Daarom hebben we tien tips opgesteld om je foto’s nog beter uit te laten komen in je eigen blad.
1. ken je camera
Voor het maken van mooie foto’s heb je niet per definitie een dure camera nodig. Het is veel belangrijker dat je weet wat je wel en wat je niet kan met het toestel. Zodra je dit weet kan je het uiterste uit de camera halen en dit zal te zien zijn in het eindresultaat. Dus eerst oefenenen voordat je begint.
2. scherpstellen en focussen
Alle camera’s hebben tegenwoordig de mogelijkheid om automatisch te zoeken naar het onderwerp en daarop scherp te stellen. Wil je zeker zijn van waar de scherpte komt te liggen dan kan je deze vastzetten, zodat de focus altijd in het midden ligt. Zelf kan je dan scherpstellen op je onderwerp en voordat je doorklikt de beste compositie maken.
3. flitsgebruik
Het klinkt logisch om binnen gebruik te maken van een flitser. Maar ook buiten is het niet gek om dit te gebruiken. Wanneer je buiten met tegenlicht (van de zon) gaat fotograferen zal een flits het onderwerp beter uitlichten, hierdoor zijn details beter zichtbaar. Let er wel op dat bij de meeste camera’s de flitser maar een bereik heeft van 3 meter. Wanneer je deze van verderaf gaat gebruiken zal het bijna geen effect hebben.
4. beweging
Tijdens het fotograferen van sport kan je met de actie van het onderwerp meebewegen. Wanneer je dit op dezelfde snelheid doet komt je onderwerp mooi los van de achtergrond en heb je een mooie actie in de foto (oefen maar eens). Wanneer je zonder flits met weinig licht gaat fotograferen kan beweging van je onderwerp of zelfs je camera leiden tot een ongewenst resultaat. Met weinig licht is het beter om een stabiele ondergrond voor je camera te gebruiken en je onderwerp stil te laten staan of zitten.
5. binnen en buiten
Binnen of buiten fotograferen is heel verschillend. In beide gevallen heb je te maken met een apart soort licht, zo zijn de lampen die binnen hangen warm van kleur en zorgen dat je foto’s vaak geel/rood uitvallen. Gebruik de flits of ga meer op zoek naar daglicht. Buiten kan te veel zon ook resulteren tot rare schaduwpartijen waardoor het onderwerp er raar uitziet. Door het onderwerp iets te draaien kan de schaduw ook nuttig gebruikt worden.
6. voorgrond en achtergrond
Hoe raar het ook klinkt, maar de achtergrond is in veel gevallen net zo belangrijk als de voorgrond. De achtergrond kan de lezer meer vertellen over de locatie of wat de persoon doet. Let er wel op dat de achtergrond de foto ook druk en rommelig kan maken.
7. rechte horizon
Wanneer je landschappen gaat fotograferen kan het storend zijn wanneer de horizon onnatuurlijk scheef staat. Het ziet er raar uit wanneer een huis of boom scheef staat terwijl dat dit niet hoort. Toch is het in sommige gevallen juist ook wel weer leuk om te doen, maar wees je er bewust van.
8. compositie
Altijd je onderwerp in het midden van je foto zetten is saai, wees daarom creatiever in je compositie en fotografeer wat van de omgeving mee. Plaats een persoon wat meer links of rechts in de foto, zodat de persoon meer de foto in kijkt en niet uit. Bij landschappen is de verhouding 1/3e en 2/3e een goed uitgangspunt.
9. open ogen
Als je een portret of groepsfoto maakt is het vervelend wanneer de personen hun ogen gesloten hebben. Een tip is om af te tellen van drie naar nul en dat ze op twee nog één keer mogen knipperen en daarna niet meer. De meeste mensen vinden dit wat gek en moeten er gelijk ook om lachen, zo heb je twee vliegen in één klap.
10. wees geduldig
Al met al is het belangrijkste dat je vooral geduldig bent. Wanneer je een bepaald beeld wil hebben moet je soms wat langer wachten of wat meer foto’s maken.